8 november 2019

Monumentencongres

nieuwe condities en gereedschappen voor Samenleving-Erfgoed-Ruimte

Stichting Libau is door de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit gevraagd om op het monumentencongres over ‘vrijwilligers en vakmanschap’ op 7 november jongstleden in Deventer de deelsessie ‘gereedschap voor een gedeelde toekomst’ te verzorgen. Wij hebben een korte presentatie, getiteld ‘gewoon doen’ gemaakt als opmaat voor een gesprek over ‘nieuwe gereedschappen’ en condities voor een vruchtbare samenwerking tussen bewoners/vrijwilligers en professionals.

In onze beroepspraktijk signaleren we een aantal relevante ontwikkelingen. Erfgoed en Ruimte raken steeds meer met elkaar verweven als te onderzoeken en te beschouwen grootheden. Daarvan afgeleid wordt de objectgerichte benadering steeds meer onderdeel van een gebiedsgerichte benadering.

Van oudsher hebben professionals en bewoners/gebruikers elkaar nodig om de belangen en expertise te kunnen koppelen. Er is echter een buitengewoon relevante verschuiving in het rollenspel aan de gang. De rol van de expert en de rol van bewoners/gebruiker is aan het verschuiven. De expertise van bewoners/gebruikers is soms verrassend hoog, in de breedte of in een of meerdere aspecten. De rol van de expert moet daar dienend en complementair aan zijn. Dat vereist een open startvraag, een open proces en een gemeenschappelijk zoeken naar het meest optimaal rollenspel en een daarmee samenhangende procesarchitectuur.  En daarmee (ook) een andere expertise bij de experts! Een meer dienende en faciliterende rol. Welke ondersteuning hebben bewoners nodig?

Bij de start van het gesprek tussen professionals bewoners is het dan ook allereerst van belang in gesprek te gaan over het initiatief zelf. Wat is de aanleiding van het initiatief? Dekt het initiatief de echte vraag? Hoe breed wordt het initiatief gedragen? Welke expertise is er al? Welke aanvullende expertise is er nodig? Is het initiatief de oplossing of laten we misschien kansen liggen? Pas dan is er zicht op welke aanvullende expertise er echt nodig is. Welke koppelkansen je dan kan pakken door deze integraal op te pakken.

In onze gesprekken komt naar voren dat bij de samenwerking tussen bewoners en professionals het allereerst van belang is om in gesprek te gaan over het initiatief zelf. Hoe breed wordt het initiatief gedragen? Ook wordt het initiatief zelf uitgediept. Wat is de aanleiding? En is het initiatief de oplossing of laten we misschien kansen liggen? Op basis daarvan ontstaat een beeld welke ondersteuning bewoners nodig hebben. Dit vormt de basis voor het integraal werken. En laat het eigenaarschap bij de bewoners liggen!

Wat is de inbreng van de verschillende partijen? Hoe verloopt het plan- en politieke besluitvormingsproces? Door de verwachtingen over en weer goed neer te zetten, worden teleurstellingen voorkomen. En hoe kom je als werkgroep tot besluiten? De ervaring leert dat het democratische model waarbij de meerderheid beslist zijn beperkingen kent. Interessante aanknopingspunt voor een ander besluitvormingsmodel is de socratische leer.

Benoem ten slotte een goede loods of gids die het gehele proces overziet en het initiatief aan de hand neemt door de procedures.

De samenwerking tussen bewoners en professionals vraagt ook om ‘nieuwe’ werkvormen. Hier kan het erfgoedveld profiteren van de kennis van het werkveld van de ruimtelijke ordening. In het laatstgenoemde werkveld is brede ervaring met een beeldende manier van werken en ontwerponderzoek. Deze werkvormen slaan bruggen tussen partijen met ieder hun eigen taal en brengen mogelijkheden en kansen in beeld. Beelden zeggen meer dan woorden.

Ten slotte: