Onbetaalbaar
Voor de toekomst ziet Kuenzli niet minder dan een complete systeemverandering voor zich om de opgelopen schade op woongebied te repareren. “Het dieperliggende probleem is dat we met zijn allen veel te liberaal zijn gaan denken. Daarachter schuilt het idee dat de markt het wel oplost, maar dat is dus niet zo. Reken maar uit: een gemiddelde koopwoning kost hier in de stad 360.000 euro. Dan heb je een jaarinkomen van 90.000 euro nodig om een hypotheek te kunnen betalen.
Dat is voor een groot deel van de mensen een onhaalbare zaak.” Fundamenteel raken we dan aan de steeds groter worden ongelijkheid in de samenleving en de klassenstrijd die weer oplaait. “Lees het boek ‘Uitgewoond’ van geograaf Cody Hochstenbach er maar op na. Het vraagstuk van de groeiende tegenstellingen is weer helemaal actueel. En gelukkig komen daar ook weer mensen tegen in opstand.”
Wie op dit vraagstuk werkelijk een antwoord wil geven, ontkomt volgens Kuenzli niet aan een radicaal andere manier van volkswoningbouw realiseren. “We hebben behoefte aan een breed werkende volkshuisvestingssector die voor iedereen met een inkomen tot zeg 80.000 euro goede en betaalbare woonruimte kan leveren.”
Sterke steden
Leren van het buitenland kan ons zeker helpen in de goede richting, zo sluit Kuenzli af. “Kijk naar steden als Wenen en München waar het voorzien in goede woningbouw tot een van de publieke taken van de lokale overheid wordt gerekend. Daar komen voortdurend allerlei projecten in coöperatief verband tot stand, actief ondersteund door de lokale overheid en door overkoepelende kenniscentra als de Mitbauzentrale in München en de Wohnbauinitiatieve in Wenen. Sociale woningbouw wordt daar door brede groepen van de bevolking bewoond. Die steden zien in dat je met ruimtelijke ordening en volkshuisvesting bouwt aan sterke en sociale steden, die voor iedereen toegankelijk zijn, ongeacht de grootte van je portemonnee.
In Nederland hebben we de laatste tijd helaas een omgekeerde beweging gezien, waarbij zowel bij gemeenten als woningcorporaties heel veel kennis en kunde is verdwenen. Het is de hoogste tijd om die weer terug te halen en structureel te verankeren. Durf ook daarbij onconventioneel te denken. Ik zie bijvoorbeeld nu provincies die gemeenten te hulp willen schieten bij de uitvoering van hun woningbouwprogramma. Laten zij gemeenten extra armslag geven vanuit de provinciale opcenten, in aanvulling op de uitkeringen uit het Gemeentefonds van het Rijk. Dat is een veel betere oplossing dan het inhuren van mensen die steeds in- en uitlopen.”