20 september 2022

Ruimte voor omgevingskwaliteit! Hoe maak je er werk van?

 

Sinds de special over omgevingskwaliteit voor gemeenten en waterschappen die we vanuit het Steunpunt Ruimtelijke Kwaliteit Groningen (STRK) op 5 juli jongstleden hielden, hebben we in een aantal posts stilgestaan bij een paar vragen. Wat is omgevingskwaliteit? Waarom is het belangrijk? En wat levert het op? In deze laatste post gaan we in op de vraag: hoe maak je als gemeente of waterschap nou werk van omgevingskwaliteit?

Met de Omgevingswet verandert er voor gemeenten en waterschappen nogal wat. De wetgever wil initiatieven vanuit de samenleving makkelijker mogelijk maken. De andere grondhouding, van ‘nee, tenzij’ naar ‘ja, mits’, vraagt van de medewerkers van gemeenten en waterschappen dat zij ‘meedenken’ aan de voorkant van het proces. De inzet van ruimtelijk ontwerpers is hierbij cruciaal. Zij zijn opgeleid om – gevoed door bewoners, deskundigen en andere betrokkenen – het onderzoeksgebied te bepalen en te analyseren, de opgave scherp te stellen en koppelkansen te pakken, programma’s van wensen te vertalen in verschillende ruimtelijke modellen of scenario’s en de uitkomsten van dit ontwerponderzoek te vertalen in een concreet plan. Door aan de voorkant van het planproces ‘ontwerpkracht’ in te schakelen, wordt ‘gedoe’ later in dit proces voorkomen. Dit wordt ook wel ‘voorkantsturing’ genoemd.

Onder de Omgevingswet blijft het belangrijk om als gemeente of waterschap ruimtelijk (kwaliteits)beleid te ontwikkelen. Een duidelijk beeld van waar de samenleving als geheel (ruimtelijk) naartoe beweegt is nodig om invulling te geven aan de ‘mits’. En ervoor te zorgen dat de verschillende initiatieven elkaar versterken in plaats van afzwakken. Verder is er ook een ander soort ruimtelijk kwaliteitsbeleid nodig om meer mogelijk te maken. Hierbij is het belangrijk om veel meer te gaan sturen op ruimtelijke doelen. Oplossingen die passen bij deze doelen kunnen worden aangedragen uit de samenleving. Zo benutten we de creativiteit en het innovatie potentieel, dat in de samenleving aanwezig is, optimaal.

Verder is de capaciteit bij gemeenten en waterschappen beperkt. Het is domweg niet mogelijk om overal evenveel aandacht aan te schenken. Door met slim ruimtelijk kwaliteitsbeleid hierop in te spelen, kunnen ook bij beperkte capaciteit de initiatieven en de plannen de aandacht krijgen die ze verdienen. En wordt bovendien de schaarse ontwerpkracht vrijgespeeld voor een aantal ‘sleutelprojecten’.

Het bredere kwaliteitsbegrip en de ruimte die wordt gegeven aan initiatiefnemers vragen om een bredere waaier aan beleidsinstrumenten. Het Kwaliteitskwadrant uit het onderzoeksprogramma Q-factor van Sandra van Assen en José van Campen, promovendi aan de TU Delft, vormt een prachtig hulpmiddel om tot verbreding en vernieuwing van de beleidsinstrumenten te komen. In het Kwaliteitskwadrant staan op de horizontale as de ‘informele’ en ‘formele instrumenten’ en op de verticale as de ‘kwaliteitscultuur’ en het ‘kwaliteitsresultaat’. In de praktijk komen we op dit moment met name veel formele instrumenten tegen die het kwaliteitsresultaat bevorderen. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld beeldkwaliteitsplannen, maar ook welstandsnota’s en beoordelingsadviezen van adviescommissies. Informele instrumenten en/of instrumenten op het vlak van de kwaliteitscultuur zijn veel dunner gezaaid terwijl juist hier veel kwaliteitswinst valt te behalen. Zo kan de kwaliteitscultuur bijvoorbeeld worden gestimuleerd door inspiratiedocumenten voor initiatiefnemers of ideeënprijsvragen. Bij de ontwikkeling van beleidsinstrumenten kunnen gemeenten samenwerken. Zo krijgen gemeenten met weinig middelen toch een goed gevulde gereedschapskist met instrumenten om de omgevingskwaliteit te bevorderen.

Nieuwsgierig geworden naar “Ruimte voor Omgevingskwaliteit!” of heeft u vragen over het Kwaliteitskwadrant? Neem dan contact op met Tim Willems-Kruize via willemskruize@libau.nl of download hier de brochure.