Het baarde de nodige opzien, de publicatie van het essay ‘Op Waterbasis’ dat BoschSlabbers samen met collega-bureaus Deltares en Sweco in juli 2021 uitbracht. Het bracht in kaart waar in Nederland het beste wel en niet gebouwd kan worden, op basis van een nieuwe fysisch-geografische kaart waarin water en bodem als leidende principes werden geformuleerd. De aanleiding voor het essay was voor Stijn Koole een dubbele verwondering: “Het werken vanuit het economisch perspectief krijgt in Nederland te veel nadruk. Daarbij worden de biotische en a-biotische systemen genegeerd; het lukt ons niet de natuurlijke systemen mee te nemen in de planontwikkeling. Tegelijkertijd zien we dat de opgaven voor de toekomst – ecologie, klimaat, biodiversiteit, gezondheid – juist van die systemen afhankelijk zijn. Water is de basis voor alles. Daar moeten we dus volop mee aan de slag.”
Natuurlijk systeem
Het is een verwondering die bij Koole nog eens extra gevoed werd door zijn ervaringen in het buitenland. In New Orleans (Louisiana) en New York zag hij hoe de oplossingen voor waterbeheer (na orkaan ‘Katrina’) vooral in de techniek werden gezocht. In Ho Chi Minhstad (Vietnam) prevaleerden juist de natuurlijke systemen. “In Nederland hebben we gezien dat het water lange tijd de bodem en daarmee het landschap heeft gevormd. Maar kijk naar Drenthe en Groningen: daar zijn de natuurlijke systemen ingedamd, is het veen leeggeplukt en hebben we de klei van de zee buitgemaakt. We zijn het natuurlijk systeem gaan overnemen. Maar daarmee is de ruimte voor wisselwerking eruit gehaald. De zee heeft geen invloed meer en we voeren water zo snel mogelijk af. Gevolg: we kampen met bodemdaling, veenoxidatie en verzilting.” Zowel in landelijk als stedelijk gebied moeten we de wisselwerking met en de dynamiek van het water veel meer opzoeken, zo luidt het pleidooi van Koole: “Vasthouden, bergen, infiltreren én gebruiken: bijvoorbeeld voor het groen dat we in de steden meer willen aanleggen.”