Monumenten

Monumenten zijn belangrijke ankerpunten in onze leefomgeving. Gebouwd erfgoed vormt een tastbare herinnering aan het verleden en draagt sterk bij aan  de identiteit van de dorpen en het landschap. De provincies Groningen en Drenthe kennen rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en beschermde stads- of dorpsgezichten. De provincie Drenthe kent daarnaast ook provinciale monumenten. Ook zijn in veel gemeenten karakteristieke en/of beeldbepalende panden aangewezen en soms ook cultuurhistorisch waardevolle gebieden.  Elke van deze typen erfgoed heeft zijn eigen unieke waarden en is op een verschillende manieren beschermd.

In de Erfgoedwet is de bescherming van rijksmonumenten geregeld. Wanneer een pand Rijksbeschermd is, betekent dit, dat bij voorgenomen veranderingen nagenoeg altijd een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd. Dit geldt ook voor provinciale en gemeentelijke monumenten. In de betreffende gemeentelijke Erfgoedverordening (of Monumentenverordening) is onder meer de instelling van een monumentencommissie geregeld, die de gemeente adviseert over de monumentale aspecten van de aanvraag voor wijziging van een monument. Wanneer er ook sprake is van veranderingen in het uiterlijk aanzien is tevens een advies van de welstandscommissie noodzakelijk.

De karakteristieke en beeldbepalende objecten zijn vastgelegd in het bestemmingsplan en kennen daarom een andere bescherming dan monumenten. In de Omgevingsverordening van de provincie Groningen (POV) is vastgelegd dat voor alle aanvragen voor (gedeeltelijke) sloop van karakteristieke panden in de bevingsgemeenten voor advies moeten worden voorgelegd aan de Monumentencommissie. De Monumentencommissie oordeelt of de karakteristieke waarde door de voorgenomen sloop wordt aangetast en geeft advies over een meest passende oplossing waarbij verschillende belangen worden meegewogen.

Integrale benadering van cultuurhistorie

Monumenten zijn onderdeel van onze leefomgeving en staan in de context van landschap, dorpen en bebouwing. De toenemende maatschappelijke waardering van cultuurhistorie  biedt kansen voor een meer integrale benadering. Hierbij dienen de cultuurhistorische kernkwaliteiten als uitgangspunt voor gebieds- en ontwikkelingsgerichte erfgoedzorg. Libau ontwikkelt in opdracht van en in samenspraak met gemeenten integraal erfgoedbeleid in de vorm van onder meer erfgoednota’s en ruimtelijk ontwikkelingsperspectieven.

Erfgoed is gebaat bij een integrale benadering en een interactief optreden vanuit verschillende beleidsgebieden. Het belang van erfgoed is sectoroverschrijdend; instandhouding van het culturele erfgoed draagt bijvoorbeeld positief bij aan het vestigingsklimaat, zowel voor nieuwe inwoners als voor bedrijven. Ook kan erfgoed door de toeristische potenties en recreatieve mogelijkheden een motor zijn voor economische groei.

Vanuit het Rijk wordt nadrukkelijk gestuurd op het verbinden van cultuurhistorie met ruimtelijke ordening; sinds januari 2012 zijn gemeenten verplicht om een cultuurhistorische paragraaf op te nemen in bestemmingsplannen. Ook hierin kan Libau een ondersteunende rol vervullen. Dit kan onder andere door de aanwijzing van karakteristieke bebouwing in het bestemmingsplan.

Onder de Omgevingswet wordt de integrale benadering van cultuurhistorie verder verankerd, onder meer door de invoering van brede integrale commissies. Libau heeft hier het belang van ingezien en faciliteert voor de aangesloten gemeenten vanaf 1 januari 2022 de integrale Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit.